wij zijn de naamloze buren die u liever niet ziet
wij zijn de angst voor de verandering, de moskee
en de vrouwen met hoofddoekjes op de markt die
u niet verstaat, het opgehoopte vuil aan de kant
van de straat
wij zijn hannekemaaiers, Hugenoten en joden
wij zijn zeelui uit Duitsland, Denemarken, en Polen
wij zijn Hanze, Friezen en Groningers, Drenten
en Sallanders opgegroeid met internationaal verkeer
langs de rivier
wij zijn het vooroordeel, de angstige burger die wil
dat alles bij het oude blijft, wij zijn onbegrip en haat,
de grimmige kreten van de straat, wij zijn het onvermogen
en de onwil om te delen, wij waren immers
het eerste hier
deze stad is van ons en niet van hen, al die kleuren
en nieuwe geuren, eettentjes met wat de boer niet
kent dat vreet hij niet en dan die knoflook nog, wij
zijn balkenbrij en bloedworst, zure kool erbij, wij
zijn zoute haring
maar
wij zijn net zo bang als u en wij verstaan jullie
ook niet en wij eten nooit rauwe vis met uitjes, vinden
die rare Nederlanders maar rare snuiters, met hun carnaval
zuipfeesten en geschreeuw tijdens het voetbal en wij
wij willen ook
gewoon ergens thuis zijn
en waarom kan dat niet hier, we
werkten hard voor jullie en bij ons is het oorlog
of mag ik soms niet denken wat ik denk, maar mijn
familie is niet hier, wij zijn geen complete wij, mogen wij
een beetje wij met jullie zijn?
© Lammert Voos