Kindergedicht

Parapluutje, waarom hang je toch zo hoog?
Nu maakt het niet veel uit, want ’t is gelukkig droog,
Maar straks komt er een regenbui voorbij
en word ik nat, want ik kan er echt niet bij.

Ik spring en spring, maar grijp voortdurend naast het ding.
Steeds hoger ga ik tot ik hem bijna ving,
maar steeds net niet, net niet, tot mijn groot verdriet –
nu word ik nat als groenten in ’t vergiet.

Toch spring ik door, nog eens, twee keer zo hoog.
Dan hoor ik wat de weerman zegt op de TV:
komende weken valt het weer geweldig mee –
’t Blijft vast en zeker kurkedroog.

Herman Posthumus Meyjes
Deventer, 2 oktober 2014

Opmerking:
Ter gelegenheid van de Kinderboekenweek 2014 en met het oog op de kleurrijke paraplu’s 
die hangen boven de binnenstad van Deventer